Breipatroon Sokken

Dit is een breipatroon voor sokken, geschikt voor zowel jongens als meisjes. Lees het hele breipatroon eerst goed door. Met deze zelfgebreide sokken kom je goed voor de dag. Helaas is er geen afbeelding van een voltooid exemplaar beschikbaar, maar als je de beschrijving goed volgt moet het zeker lukken.

Niveau: Beginner.

Model: Jongens en Meisjes.

Maten: Small (Medium – Large)

Garen: 40 (45 – 50) gram witte breikatoen, restje van dezelfde garen in groen.

Breinaalden: 4 breinaalden 2,5 mm en 3 mm met knop.

Afmeting:

• Voetlengte: 16 (17 – 18) cm;
• Beenlengte tot aan de hiel: 18 cm;
• Beenwijdte 14 (15 – 16)

Stekenproef: 26 st en 36 nld in tricotsteek met nld 3 zijn 10 cm.

Gebruikte steken:

• Boordpatroon 1
• Tricotsteek

Werkwijze: de sokken worden in het rond gebreid.

Zet losjes 36 (38-42) st op, verdeeld over 3 breinld 2,5 mm zonder knop als volgt: op de 1 nld: 9 (9-10) st, op de 2e nld: 18 (19-21) st (=bovenvoet) en op de 3e nld: 9 (10-11) st. Brei met de 4e nld in het rond in boordpatroon 1 met de volgende kleurindeling. Brei 3 nl wit, 10 nld groen, 4 nld wit, 10 nld groen, 4 nld wit. Brei verder met wit in tricotsteek met nld 3. Brei tot een totale hoogte van 18 cm.

Brei daarbij in de laatste toer tot en met de 18 (19-21) st van de bovenvoet en laat deze rusten. Brei verder op de st van de 1e en 3e breinld voor de grote hiel = 18 (19-21) st. Brei heen en terug in tricotsteek tot er 13 (15-17) nld gebreid zijn. De laatste nld is een heengaande nld. Brei verder voor de kleine hiel als volgt: brei av tot 2 st voorbij de midelste st, brei de volgende 2 st av samen, 1 av, keer en haal steeds de 1e st na het keren af, brei r tot 2 st voorij de middelste st, dan 2 r sbr, 1 r. Keer en brei av tot 1 st voor het keren, 2 av sbr, 1 av, keer en brei r terug tot 1 st voor het keren, 2 r sbr, 1 r. Keer en brei op deze manier verder tot alle st van de hiel gebreid zijn, eindig met een r nld. Neem aansluitend langs de zijkant van de grote hiel 9 (11-13) st op. Brei de 18 (19-21) st van de bovenvoet en neem langs de andere kant van de grote hiel eveneens 9 (11-13) st op. Brei verder in het rond over alle st en minder aan weerskanten van de st van de bovenvoet, elke 2e toer, 1 st tot er nog 36 (38-42) st over zijn.

Maak aan het begin van de ondervoet de mindering door 1 r, 1 overh te breien, brei de st van ondervoet tot op 3 st, dan 2 r sbr, 1 r en brei de 18 (19-21) st van de bovenvoet. Brei tot een voetlengte van 13 (14-15) cm, gemeten vanaf het begin van de kleine hiel. Minder als volgt voor de teen: 1e nld: bovenvoet, brei 1 st, 1 overh, brei de nld r uit tot op 3 st na 2 st r sbr, 1 st r; 2e nld: brei 1 st r, 1 overh, brei de nld r uit; 3e nld: brei r tot op de laatste 3 st na, 2 st r sbr, 1 st r. Herhaal deze toer nog 1 keer in de 4e nld en 2 keer elke 3e nld. Er zijn dan in totaal nog 20 (22-26) st. Leg de 10 (11-13) st van de bovenvoet tegen de 10 (11-13) st van de ondervoet en maas de st aan elkaar.

Brei een tweede sok op dezelfde manier.