Leren breien is hartstikke leuk om te doen. Op deze pagina vind je informatie over de basisprincipes van het breien. Daarnaast vind je hier enkele zeer nuttige filmpjes waarin de basis wordt uitgelegd. Ideaal dus als je wilt beginnen met breien!

Neem onderstaande instructies altijd in acht. Neem eventueel de afkortingen over tot je er bekend mee bent. Wij hebben geprobeerd dezelfde afkortingen te gebruiken als andere (grote) aanbieders van breipatronen. Op die manier hopen wij mee te helpen aan een zekere norm.

Wat is een stekenproef?

Een stekenproef gebruik je om te zien of je de juiste naalden en wol hebt voor het patroon. Maak een proeflapje van 10 bij 10 centimeter. Als het aantal steken op 10 centimeter 1 of 2 steken minder is, moet je dunnere naalden nemen. Als het aantal steken meer is, moet je dikkere naalden nemen. Is het aantal steken op 1 centimeter meer of minder dan 2 steken, moet je andere wol nemen.

Welke breisteken zijn er?

Er zijn heel veel breisteken. Hieronder vind je enkele veelvoorkomende breisteken en hoe je deze breit.

  • Tricotsteken = heen r, terug av breien.
  • Av tricotsteek = heen av, terug av breien.
  • Ribbels = heen en terug r breien.
  • Gerstekorrel = 1 r, 1 av, in de volgende nld r boven av en av boven r.
  • Boordpatroon 1 = 1 r, 1 av, in de volgende nld r boven en av boven av breien.
  • Boordpatroon 2 = 2 r, 2 av in volgende nld r boven r en av boven av breien.
  • Kantsteek = zowel de eerste als de laatste steek van de naald. Deze worden gebruikt voor de naden. Deze steek aan het begin van de naald recht afhalen, aan het eind van de naald recht gedraaid breien. Bij het breien van ribeels, nooit een kantsteek breien, maar de eerste steek steeds recht gedraaid breien.

Hoe worden breisteken afgekort?

  • r = recht
  • av = averecht
  • st = steek of steken
  • nld = naald of naalden
  • afh = afhalen
  • omsl = omslag of omslagen
  • sbr = samenbreien
  • overh = overhaling
    • overhaling = 1 steek afh, 1 st breien en de afh steek over de gebreide st halen.
  • Dubb overh = dubbele overhaling
    • 1 st afh, 2 st sbr en de afh steek over de sbr st halen.
  • Gedr = gedraaid, de achterkant van de st insteken
  • L = losse of lossen
  • V = vaste of vasten
  • H v = halve vaste
  • Sto = stokje
  • Hsto = half stokje
  • Bg = boogje

Hoe werken de maten in een breipatroon?

Alle beschrijvingen zijn gegeven voor de kleinste maat, de grotere maten staan tussen haakjes. Als de haakjes ontbreken, gelden de cijfers voor alle maten. Natuurlijk zijn maten aan tijdsgeest onderhevig. Tegenwoordig vallen veel truien wat smaller dan bijvoorbeeld in de jaren negentig. Kijk daarom altijd goed naar de afmetingen in centimeters, wat bij het patroon Small genoemd wordt kan tegenwoordig wel Medium zijn.

Hoe moet je een breiwerk afwerken?

Het breiwerk mag niet worden geperst. Leg alle losse delen (voorpand, rugpand, mouwen) op de juiste maat vast (met spelden) op een zachte ondergrond. Let op dat je de kragen niet uitrekt! Leg vervolgens een vochtige doek over alles heen en laat het drogen. Als alles droog is kan je het breiwerk aan elkaar vastnaaien.

Video uitleg om te leren breien

Hieronder vind je verschillende filmpjes waarin breitechnieken worden uitgelegd. Ideaal dus als je niet helemaal bekend bent met de steek. Het beste is om zelf mee te breien met de video. Dan pak je het het snelst op.

page 1 of 2